Geen kind wordt zo gemist, als het kind wat er niet meer is....

07-04-2018

07-04-2018

Geen kind wordt zo gemist als het kind wat er niet meer is... Volgens mij heb ik dit gezegde al eens eerder genoemd in mijn blog. Vandaag voel ik erg de behoefte om te schrijven, mijn gedachten te stroomlijnen... Niet naar onze zoon Loran, maar nu een keer in mijzelf, voor mezelf. De laatste tijd is het pittig. Het is pittig een baby in je buik te hebben als de baby die je er zo graag bij had willen hebben, er niet meer is. En er ook nooit meer zal zijn... Als je er vanuit bent gegaan (want dat deden we) dat de derde zwangerschap de laatste keer was. Ik ben niet echt een piekeraar, maar de laatste weken... Het gaat van hot naar her, van Loran naar de baby in mijn buik, van 'het zal goed komen, ik heb vertrouwen' naar 'wat kan er allemaal niet mis zijn met dit kindje'. En: 'hoe kom ik deze maanden door?' En wetend dat dit kindje ook mijn liefde en aandacht nodig heeft, het niet goed is dat hij of zij mijn stress voelt, je dan soms ook nog schuldig voelen.... En alles is begrijpelijk, iedereen kan zich dit alles zo goed voorstellen. Maar ik ben diegene die er door moet, die het moet doorleven. Soms zou ik de kalender wel verder willen kijken, naar september. En dan stel ik mezelf voor, huilend en lachend gelijk in de operatie kamer in Hardenberg met een gezonde baby in de armen. Die ik dan voorlopig ook niet meer los zal laten... Die visualisatie helpt me een positief gevoel te krijgen over de afloop van deze zwangerschap.

Vanmiddag was ik met andere sterrenmama's en sterrenpapa's bij een lezing van Manu Keirse, een Vlaamse hoogleraar in verlieskunde, die veel boeken heeft geschreven over het verlies van een kind*. Tijdens zijn eerste woorden biggelden de tranen al over mijn wangen, zoveel begrip, zulke goede woorden over hoe het is als je je kind verliest. En dat je dit niet kunt verwerken, niet een plekje kunt geven. Dat je overleden kind er altijd is, bij iedere stap in je leven. En dat het pijn doet, veel pijn. En dat je hierdoor heen moet, je het niet weg kunt zetten, niet over kunt slaan. Een mooi sprookje wat hier over gaat, is het volgende, welke ik graag met jullie wil delen:

Er waren eens drie bomen, die alle drie in een hevige storm een grote tak waren kwijtgeraakt.

De drie bomen waren elk op een andere manier met hun verlies omgegaan. Jaren later ging ik de bomen weer opzoeken. Gisteren heb ik ze teruggevonden en met hen gesproken.

De eerste boom rouwde nog steeds om zijn verlies en zei ieder voorjaar als de zon hem uitnodigde om te groeien: "Nee, dat kan ik niet want ik mis een belangrijke tak." Ik zag dat hij klein was gebleven en in de schaduw stond van de andere bomen. De zon drong niet meer tot hem door. De wond was duidelijk zichtbaar en zag er naakt uit. Het was het hoogste punt van de boom. Hij was niet meer verder gegroeid.

De tweede boom was zo geschrokken van de pijn dat hij snel had besloten om het verlies te vergeten. Hij was moeilijk te vinden, want hij lag op de grond. Een voorjaarsstorm had hem doen omwaaien. Hij had zijn greep op de aarde verloren. De plek van de wond was moeilijk te vinden. Deze zat verstopt achter een heleboel vochtige bladeren en lag daar te rotten.

De derde boom was ook erg geschrokken van de pijn en de leegte in zijn lijf en hij rouwde om zijn verlies. Het eerste voorjaar toen de zon hem uitnodigde om te groeien, had hij gezegd: "Dit jaar nog niet." Toen de zon het tweede voorjaar weer terugkwam met de uitnodiging, had hij gezegd: "Ja zon, verwarm mij zodat ik mijn wond kan verwarmen. Mijn wond heeft warmte nodig opdat ze weet dat ze erbij hoort." Toen de zon het derde voorjaar weer terugkwam, sprak de boom: "Ja zon, laat mij groeien. Ik weet dat er nog zoveel te groeien is." De derde boom was ook moeilijk te vinden, want ik had niet verwacht dat hij zo groot en sterk zou zijn geworden. Gelukkig heb ik hem herkend aan de dichtgegroeide wond die vol trots in het zonlicht werd gehouden.

Dit sprookje vertelt ons iets over omgaan met verlies en verdriet. Het maakt ons duidelijk dat, als we proberen dit weg te duwen en te doen alsof het er niet is, we onze greep op ons leven kunnen verliezen. Dat als we bij de pakken blijven zitten we niet meer verder groeien. Maar dat als we de tijd nemen om verdriet ook verdriet te laten zijn, en als we daarbij warmte en genegenheid van mensen ervaren, we uitgroeien; groter en sterker dan voorheen.

Een belangrijk zinnetje in de laatste alinea is dat het belangrijk is warmte en genegenheid van mensen om ons heen voelen. Gelukkig voelen we heel veel warmte om ons heen. Maar we voelen ook dat zijn naam, Loran, niet meer zo vaak genoemd wordt. In ons gezin nog dagelijks, maar daarbuiten? Het is lastig, want wat zeg je over een kind wat er niet meer is, wat alleen nog maar in herinneringen leeft? En dan ook nog zo kort? Als je het zelf niet weet, luister dan naar mij. Luister naar mij als ik vertel over hoe hij gevochten heeft, hoe knap hij was, in leven en in dood. Hoe hij op mij leek, met hetzelfde wipneusje als mama en Kyron. Hoe we hem missen.... Hoe we hem in ons gezin 'levend' houden. Mag ik dit nog vertellen aan je?

Dag lieve jongen, lieve Loran... mama mist je zo... Let je op ons vanaf je wolkje? Zorg je goed voor je broertje of zusje in mama's buik? Kusje in de lucht.

*Boeken van Manu Keirse zijn o.a:
Vingerafdruk van Verdriet                                                                                                                    Helpen bij verlies en verdriet                                                                                                              Kinderen helpen bij verlies                                                                                                                Stil verdriet