Gemis
Gemis....
Hoelang zit je hier al? vroeg ik aan Gemis.
Dat weet je wel, zei Gemis.
Gemis gaf nooit het juiste antwoord.
Gemis liet je raden en gissen, Gemis was wreed
Ja, natuurlijk wist ik het.
Het was toen jij...
Gemis trok toen bij me in.
Voor even, dacht ik, Gemis komt even logeren.
Ze gaat wel weer weg.
En ga je ooit weg? vroeg ik aan Gemis.
Even bleef het stil.
Had ik koffers bij me? vroeg Gemis.
Gemis stelde wel de juiste vragen.
Geert de Kockere
Lieve Loran,
Het is weer achter de rug, de maand februari en jouw week. Wat zijn we verrast door mensen met lieve kaartjes, cadeautjes, berichtjes en bloemen. Zelf hadden we ons huis en jouw plekje mooi versierd met bloemen, ballonnen en slingers. Ook was er een mooi cadeau, ons gezin als zes mooie houten poppetjes gepresenteerd in een glazen stolp. Want dat werd in die week wel weer heel duidelijk, je hoort er gewoon bij, onzichtbaar als je bent. Laatst vroeg iemand aan Cyrill of hij blij was met zijn nieuwe zusje of dat hij graag een broertje had gewild. Een beetje verontwaardigd antwoordde hij diegene 'maar ik heb al een broertje hoor, alleen die is in de hemel...'. De dagen zelf waren mooi en verdrietig tegelijk. Mooi omdat we met z'n vijven jouw geboortedag vierden, op de begraafplaats en daarna naar de dierentuin. Jouw sterfdag was pittig voor mama. De hele film van de dag ging door me heen, waar ik 's ochtends nog kolfde om jou nog borstvoeding te kunnen geven (want dat was het enige wat ik voor je kon doen, buiten naast je te staan..) we 's middags de ergste woorden hoorden die een ouder kan horen: je had het aangegeven, je kon niet meer... We moesten je laten gaan...
Waar ik gedacht had dat de hele week nog pittig zou zijn, stond ik 23 februari weer op met een soort opgelucht gevoel. Natuurlijk was daar die film van jouw laatste week in ons huis en het definitieve afscheid, het vreselijke moment waarop het deksel van het kistje dicht moest. Echt doorleefd heb ik die laatste middag met jou op de begraafplaats, in mijn eentje met een kaarsje aan, de muziek van het afscheid aan en heel veel tranen. Het blijft een wond, welke maar niet dicht wil gaan. Soms is het groot en etterend, andere keer wel weer rustig, maar altijd aanwezig.... En hoe erg vind ik dat? Soms wel heel zwaar, de wetenschap dat ik deze pijn, dit gemis tot mijn eigen einde met me mee zal nemen. Aan de andere kant, mijn liefde voor jou, mijn eigen kind, is zo groot, doordat die liefde zo groot is, is de pijn van de wond ook zo groot.
Ik kan niet bestaan zonder die liefde voor jou... Dag lief mannetje.....